Een blog over preken


Goed gestemd?


Zeer vermoeiend is het als een spreker zich een heel onnatuurlijke spreekstijl heeft aangeleerd. Berucht is de 'domineesgalm', die je nog wel een enkele keer hoort: “En so-ho-ms is er een weg (lichte snik) – die je allee-heen moet gaan (stem naar beneden…)”. ’t Is geen gehoor. Tenenkrommend. De luisteraars hebben ook niet echt het idee dat tegen hen wordt gesproken.  Op zo’n toon praat niemand tegen hen. Het gesprokene kan nooit met hun dagelijks leven te maken hebben.
Er zijn logopedisten die kunnen helpen om weer normaal te praten achter het katheder. Het kost wat, maar het is geen weggooid geld.

Sommige predikers gaan van de misvatting uit dat het een teken van kracht is om keihard te spreken. Ze laten de technicus graag de geluidsknop nog wat verder opendraaien en loeien hun boodschap de zaal in. Behalve aan hun preek brengen ze daarmee ook de trommelvliezen van de toehoorders ernstige schade toe. Er vindt een omgekeerd wonder plaats: de mensen komen horend binnen en verlaten doof de zaal.

Overigens moet wel opgemerkt worden dat spreken in het openbaar niet kan zoals je converseert in de huiskamer. Wanneer je op de kansel spreekt op dezelfde manier als waarop je met een vriend in de huiskamer van gedachten wisselt, zal de zaal zachtjes in slaap sukkelen.
Om natuurlijk
over te komen in een zaal, moet je leren net iets anders te spreken dan je in het dagelijks leven doet. Dat is de vreemde paradox. Alles is net een beetje meer aangezet, waardoor het in een zaal precies goed klinkt.

Je moet dus net zolang oefenen tot het natuurlijk is geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten